Hoe zit het met landbouw en voeding in Polen? Gepost op: 22 oktober 2013
Polen kennen we van de strenge winters, de wodkastokerijen en de seizoenarbeiders die de handen uit de mouwen steken in de Vlaamse land- en tuinbouw. Een land dat decennialang achter het IJzeren Gordijn verdween, maar zich na de val van de Muur in 1989 razendsnel ontpopte tot een zelfbewuste vrijemarkteconomie. Sinds de toetreding tot de EU (2004) en de Schengenzone (2007) heeft Polen zich opgeworpen als belangrijkste Oost-Europese handelsmacht. Dankzij de stijgende koopkracht en de modernisering van enkele belangrijke economische sectoren namen de in- en uitvoercijfers de laatste jaren een hoge vlucht, voelbaar tot in Vlaanderen. Zo was Polen in 2012 de tweede belangrijkste afzetmarkt voor Vlaams varkensvlees, maar tegelijk ook de belangrijkste concurrent voor de appelexport naar Rusland. VILT wou weten tot wat de Poolse landbouw- en voedingssector écht in staat is en trok op expeditie. Een verslag.
Even terug in de tijd. Wie landbouw in Oost-Europa zegt, denkt aan sovchozen en kolchozen, aan grote staatsboerderijen waar landbouwers noeste arbeid verrichtten in dienst en ter verheerlijking van de natie. In Polen lag dat enigszins anders. Na de communistische overname op het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het grootgrondbezit opgeheven: in het westen van het land kwam de bovengrens voor privaat grondbezit te liggen op 100 hectare, in het oosten op 50 hectare. De kleine boerderijtjes bleven aanvankelijk buiten schot, maar werden vanaf 1949 aangemoedigd de krachten te bundelen en collectieve bedrijven of coöperaties op te richten. Toch bleef tussen 75 en 85 procent van de landbouwgrond tijdens de communistische periode in particulier bezit, wat de Poolse landbouwgeschiedenis onderscheidt van de massale onteigeningspolitiek in de Oost-Europese buurlanden.
"70 procent van de boerderijen is niet groter dan vijf hectare. Slechts negen procent van alle Poolse landbouwbedrijven is groter dan vijftien hectare."
Een klein en versnipperd landbouwareaal
In 1991 werden de staatsboerderijen opgeheven: de 500.000 boeren die er werkzaam waren, kregen de kans om zelf met een bedrijfje te beginnen. De gemiddelde grootte van een particulier landbouwbedrijf was in 1989 ongeveer vijf hectare. Als je vandaag door het Poolse platteland rijdt, merk je dat er op dat vlak nog niet veel is veranderd. Dat blijkt ook uit de cijfers: 70 procent van de boerderijen is nog steeds niet groter dan vijf hectare. Slechts negen procent van alle Poolse landbouwbedrijven is groter dan vijftien hectare. In de meerderheid van de gevallen blijft de landbouwgrond bij een generatiewissel in de familie. Sinds de toetreding tot de Europese Unie zijn de landbouwgrondprijzen stevig gestegen. In 2011 bedroeg de gemiddelde prijs van een hectare landbouwgrond 20.004 Poolse zloty, ofwel 4.736 euro, 11 procent meer dan het jaar voordien. In 2007, 2008 en 2009 steeg de prijs met respectievelijk 33, 28 en 29 procent.
Het Poolse grondgebied is 312.679 vierkante kilometer groot, tien keer groter dan België. In schril contrast met een ontboste regio als Vlaanderen bestaat meer dan dertig procent van het Poolse grondgebied uit bos, waar bizons, gems, beren, bevers, lynxen en wolven een habitat vinden. Verder heeft Polen af te rekenen met grote temperatuurschommelingen. In de zomer wordt het bijna veertig graden, terwijl de temperaturen in de winter tot meer dan dertig graden onder het vriespunt kunnen zakken. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid bedroeg voor de periode 2005-2010 641 millimeter. Ter vergelijking: voor diezelfde periode lag het Belgische gemiddelde op 834 millimeter. Volgens de laatste volkstellingen wordt het land bevolkt door iets meer dan 38 miljoen Polen, waarvan er 23,3 miljoen in verstedelijkt gebied wonen en 9 miljoen op het platteland. Van al deze Polen is ongeveer vijf procent actief als landbouwer. In Vlaanderen is dat minder dan een procent van de actieve beroepsbevolking.
Traditie én vertrouwen in de toekomst
Ongeveer de helft van het Poolse grondgebied is ingekleurd als landbouwgrond, goed voor 15,4 miljoen hectare. 97 procent daarvan is in privéhanden, de rest is staatseigendom. Bijna 70 procent van de landbouwgrond wordt gecultiveerd door akkerbouwers, meer dan 20 procent is gras- en weiland, en 2,5 procent behoort toe aan fruittelers. Ondanks de nogal zanderige gronden is Polen wel degelijk een groot landbouwland, met dank aan de Europese vetpotten. Volgens cijfers van het Poolse Landbouwministerie uit 2009 hoort Polen qua absolute cijfers bij de Europese top vijf wat betreft de productie van tarwe, rogge, aardappelen, koolzaad en appels. Na Duitsland en Frankrijk is Polen de grootste suikerbietenproducent van Europa. In 2011 realiseerde het land een oogst van 11,6 miljoen ton, meer dan het dubbel van de 5,2 miljoen ton die in datzelfde jaar in België geoogst werd. Kanttekening: in Polen was die oogst het resultaat van het werk van 36.000 bietenplanters die een gemiddelde opbrengst van 61 ton bieten per hectare lieten noteren, terwijl de Belgische cijfers gerealiseerd werden door 8.000 bietenplanters die gemiddeld 81,2 ton bieten per hectare oogstten.
Polen is de laatste jaren opgeklommen tot één van de belangrijkste exporteurs van appels wereldwijd. In 2011 werd er 2,49 ton appels geplukt, ruim 32 procent meer dan het jaar voordien. Verder worden er vooral peren, pruimen en kersen geteeld, maar niet volgens dezelfde exportgerichte logica als de appels. Wat de groenten betreft, scoren vooral (bloem)kolen goed. Ook wortels, rode bieten en tomaten vind je steevast op je bord. Op dertig kilometer van de hoofdstad Warschau gingen we een kijkje nemen bij Vegapol, een tomatenbedrijf met een serrecomplex van 32 hectare. Er worden drie variëteiten geteeld volgens de GlobalG.A.P.-standaard, hoofdzakelijk bestemd voor de binnenlandse markt. Enkel tijdens de korte Poolse zomer levert de zon een reële bijdrage aan de verwarming van de serres, de rest van het jaar draait de steenkoolverwarming er op volle toeren. Vegapol behoort tot de meest moderne productievestigingen van Polen, maar toch geeft de directeur van het bedrijf aan dat het uitbouwen van een concurrentiële export niet evident is, en dat landen als Nederland, ondanks een veel hogere grond- en personeelskost, nog efficiënter en dus ook goedkoper produceren.
"Met groeisprongen tot 70 procent per jaar veroverde het Belgische varkensvlees een flink deel van de Poolse markt."
Vlaamse varkensexport naar Polen - De één zijn dood is de ander zijn brood
De sterke economische groei zwengelde de koopkracht van de Poolse consument aan, maar toch bedroeg het bruto binnenlands product per inwoner in 2012 slechts 9.892 euro. Ter vergelijking: in België was dat vorig jaar 34.088 euro. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat rundvlees slechts uitzonderlijk op het menu staat, en dat (goedkoper) varkensvlees traditioneel centraal staat in de Poolse keuken. Toen het land op 1 mei 2004 toetrad tot de EU zat 70 procent van de varkens op bedrijven met minder dan vijftig dieren. De Poolse varkenssector was met andere woorden sterk gefragmenteerd, en de productiemethode kon het best omschreven worden als 'backyard farming'. "Op dat moment liep de Poolse vleessector wat efficiëntie en professionalisering betreft zo veel achter dat concurrentie met pakweg Nederland, Denemarken, Spanje en België ondenkbaar was", herinnert Joris Coenen van Belgian Meat Office zich. Het vleesexportbureau van VLAM ging er in 2004 voor het eerst een kijkje nemen, en zag hoe het land in 2007 voor het eerst niet genoeg varkensvlees meer produceerde om aan de vraag van de binnenlandse markt te voldoen.
In 2010 en 2011 organiseert Belgian Meat Office in samenwerking met Flanders Investment & Trade (FIT, het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen) heuse handelsmissies. De fine fleur van de Belgische vleesindustrie reist naar Polen om er het Belgische varkensvlees aan te prijzen. Met succes. Terwijl de Poolse varkensstapel blijft krimpen, produceert ons land meer dan het dubbel van wat we zelf opeten. Met enorme groeisprongen tot 70 procent per jaar veroverde het Belgische varkensvlees een flink deel van de Poolse markt. Vandaag heeft onze varkenssector er een stevige voet aan de grond: anno 2013 is België met een uitvoer van ongeveer 110.000 ton, voornamelijk karkassen, de derde leverancier van varkensvlees, na Duitsland en Denemarken, goed voor een exportwaarde van 211 miljoen euro.
"Om een plaatsje te veroveren in de Poolse markt heb je een product nodig met meerwaarde, zoals fijne zoetigheden, chocolade, bio-producten of bereide maaltijden."
Barbara Libera, de handelssecretaris van de FIT-delegatie in Poznan, helpt Vlaamse bedrijven al veertien jaar lang hun weg te vinden in de bij momenten nogal stugge Poolse markt, en maakte het succes van de Vlaamse varkensexport vanop de eerste rij mee. "De Poolse voedingssector is nochtans vrij gesloten", zegt ze daarover. "Toen Polen een EU-land werd, gingen de grenzen open en hebben we er dankzij een zeer goed samenwerking met VLAM en Belgian Meat Office voor gezorgd dat Vlaanderen hier een goede marktpositie heeft kunnen verwerven. In Vlaanderen hebben we in elke provincie een bureau, hier in Polen zijn we vertegenwoordigd in Warschau en Poznan. Vlaamse bedrijven die geïnteresseerd zijn in Polen kunnen bij ons met al hun vragen terecht. Onze dienstverlening is uniek: we brengen mogelijke handelspartners samen, we regelen meetings en voorzien daarbij ook steeds een tolk, al spreken Poolse ondernemers sinds de toetreding tot de EU wel steeds beter Engels. Ik denk dat ik mag zeggen dat ons werk erg wordt geapprecieerd door de Vlaamse bedrijven met wie we samenwerken."
Waar liggen nog kansen voor de Vlaamse landbouw- en voedingssector? "Polen is steeds een grote voedselproducent geweest, en de Poolse output is van goede kwaliteit. Om een plaatsje te veroveren in de Poolse markt heb je dus een product nodig met meerwaarde, zoals bijvoorbeeld fijne zoetigheden, lekkere chocolade of bio-producten. Ook voor bereide maaltijden zie ik nog heel veel potentieel. Met zuivelproducten of verwerkte vleeswaren ga je hier dan weer geen potten breken. Onze zuivelindustrie is sterk ontwikkeld en paté, worst en ham produceren we hier zelf goedkoper. Prijs speelt hier namelijk écht nog een rol. En tegelijkertijd wordt de Poolse consument rijper. Meer Polen reizen en leren andere culturen kennen. Ook via het internet gaat voor velen een nieuwe wereld open. Ze ontdekken nieuwe producten en dus voeren we steeds meer in. Ik zelf ben Pools, en als ik naar Vlaanderen kijk, valt me steeds op hoe loyaal jullie zijn. Hier in Polen kan het gebeuren dat mensen naar de andere kant van het land rijden als ze er een auto voor 100 euro minder kunnen kopen dan bij de lokale verdeler. Maar voor de rest vallen de culturele verschillen heel erg goed mee. Ik vind zelfs dat Vlamingen en Polen erg op elkaar lijken".
Bron: VILT
Over Febev
In de kijker
Persbericht - Huidige aanpak van het migratiebeleid en knelpuntenberoepen is een kaakslag voor de vleessector en een bijkomende bedreiging voor de voedselzekerheid
De Tijd kon recent een ontwerp inkijken van beroepen die kunnen genieten van een vlottere arbeidsmig...
Aangemaakt op 18-04-2025
Beste wensen voor 2025 !
Aangemaakt op 24-12-2024
UECBV celebrates the election of the new President at its AGL in Warsaw
Mr. Roland Ackermann is the new president for European livestock and meat. UECBV also chose it‘s Ste...
Aangemaakt op 06-11-2024
‘PFAS en andere micropolluenten’ centraal tijdens watercircle.be – workshop
Tijdens de Aquarama Trade Fair op 17 oktober in de Brabanthal in Leuven organiseert watercircle.be e...
Aangemaakt op 14-08-2024
Samen sterk in 2024!
Aangemaakt op 23-12-2023